Veertien nieuwe proefgemeenten, die gaan experimenteren met het van het aardgas af halen van woningen, kiezen er vooral voor om dat in stappen te doen. De meeste gemeenten willen hiervoor de hybride warmtepomp inzetten in combinatie met isolatie van woningen. Later moeten de huizen dan nog energiezuiniger worden gemaakt, zodat ze helemaal van het gas kunnen.
Minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft de nieuwe proefgemeenten vandaag aangewezen. Het gaat om Almelo, Barneveld, Coevorden, De Bilt, Eindhoven, Enkhuizen, Haarlem, Leeuwarden, Leusden, Peel en Maas, Schiermonnikoog, Súdwest-Fryslân, Vlissingen en Westerkwartier. Het is de bedoeling dat andere gemeenten van deze projecten kunnen leren.
Een hybride warmtepomp verwarmt het huis in principe op elektriciteit. Maar als het te koud wordt, gebruikt de installatie ook gas om bij te verwarmen. Het gasverbruik is echter veel lager dan bij een gewone cv-ketel.
Uit eerdere proeven is gebleken dat vooral oudere huizen moeilijk in een keer van het gas af kunnen. De kosten zijn dan vaak te hoog. Daarom is er voor de derde en laatste ronde proefprojecten gekozen om vooral te kijken naar gemeenten die stapsgewijs van het gas af willen. Voor de 14 gemeenten is 50 miljoen euro subsidie beschikbaar. Dat geld kan worden gebruikt om de onrendabele top van de kosten te financieren.
Om de uitstoot van CO2 terug te dringen wil het kabinet dat in 2050 alle woningen van het aardgas zijn. In plaats daarvan moeten de huizen worden aangesloten op duurzamer energiebronnen. Dat kan elektriciteit zijn, opgewekt door zonnepanelen en windmolens, of bijvoorbeeld een warmtenet, dat restwarmte van industrie of een centrale naar woningen brengt. In 2030 moeten al 1,5 miljoen woningen van het gas zijn.